Omschrijving
Rechte bodem, rechte voetring, bol spreidende wand, omgekeerd j-vormig spreidende rand, geschulpt afgesneden lip. De voetring eenmaal doorboord, de doorboring overigens volgelopen met glazuur. Beige getint aardewerk met lichtgrijs getint, hier en daar onregelmatig gecraqueleerd tinglazuur. Onder op de rand drie radiale proensporen.
Versiering: in kobaltblauw met donkergrijze trek, in de trant van kraakporselein. Plat: twee herten in een landschap met pijnbomen die tot in gestileerde wolken steken, in een door acht accolades begrensd medaillon. Op de hoeken van dit medaillon elk een ju-i-kop, daartussen wisselend damastpatroon. Wand en rand: acht brede trapezoïde vakken met ingekneepte hoeken en een accoladevormige bovenkant; daarin afwisselend een bloeiende plant en een pot, resp. een knobbelfles met vliegenwaaier en linten. Acht smalle vakken met op afwisselend patroon een stip in een cirkel, omgeven door tien stippen. Wand en rand extern: acht brede vakken met een onherkenbaar vegetaal motief, acht smalle met een gedegenereerde gerekte paddenstoel.
