Zilveren chocoladekan
Objectnummer | OKS 2000-069 |
Vervaardiger | Groot Boersma, Ale de |
Vervaardigingsplaats | Sneek (Nederland) |
Datering | 1875 / 1909 |
Objectnaam | Chocoladekan |
Materiaal | Hout, Zilver |
Techniek | Drijfwerk |
Standplaats | Fries Scheepvaart Museum |
Afmetingen |
Breedte 19 cm Hoogte 22.3 cm Diameter 10.3 cm |
Inventariskaart | Inzien? Neem contact op. |
Nadere informatie? | Mail met de standplaats |
Omschrijving
Bij achttiende-eeuwse chocoladekannen, zoals de kan van Andele Andeles uit 1754 (zie: Fries Goud en Zilver, nr. 290), is de knop op het deksel te verwijderen. Met een door het gat gestoken roerstaaf, ratel of moussoir genoemd, probeerde men het klonteren van de vettige chocoladedrank te voorkomen. Tussentijds roeren werd overbodig door een in 1828 gepatenteerde uitvinding van de Nederlander Casparus van Houten, waardoor het vet van de cacaomassa kon worden gescheiden en er cacaopoeder op de markt kwam. Deze chocola werd in bussen of stopflessen verkocht. Afgaand op een advertentie in de Leeuwarder Courant (15 maart 1874) waren er twee varianten: 'Poeder-Chocolade met of zonder Vanielje'. De balustervormige chocoladekan is geheel gedecoreerd met gedreven en gegraveerde (laat)barokke motieven. De kan rust op vier klauwpootjes met leeuwenkoppen en de wand is versierd met acanthusblad, schelpen, pijnappels in culotvorm, een knerrenrand en een fantasiewapen. De schenktuit bestaat uit een geappliqueerde mascaron. Evenals zijn stadgenoot Alle de Haas leverde De Groot Boersma zilver in historiserende vormen, maar ook vervalsingen. Zijn bekendheid met het achttiende-eeuwse Friese schepwerk verklaart de (vastgesoldeerde) dekselknop, een personificatie van Fortuna ofwel Fortuin die, al balancerend op een bol, probeert een gunstige wind te vangen. Het is een slecht afgietsel van een beeldje zoals dat door de Harlingse zilversmid Hendrik Merkelbach werd gebruikt als bekroning van lepelstelen. Eenzelfde chocoladekan prijkt op een atelierfoto uit het bedrijfsarchief van zilversmid Alle de Haas, met wie De Groot Boersma nauw samenwerkte. Hier is de steel lager en logischer aangezet. De kan maakt deel uit van een servies, met een theepot, bouilloire met komfoor, suikerpot en melkkan. De chocoladekannen werden in zes formaten aangeboden, met een hoogte variërend van 11 tot 32 centimeter en een gewicht oplopend van 110 tot 550 gram. Op de twee grootste uitvoeringen werden soms ook voorstellingen gedreven, zoals een hooiwagen met boerenknechten bij een molen, of scènes in oud-Hollandse stijl.
Documentatie
- Fries goud en zilver / Molen, J.R. ter