Sitsen vrouwenjak, met motieven op witte grond en contouren zwart en rood
Objectnummer | NO 12684 |
Vervaardiger | Onbekend |
Vervaardigingsplaats | India (Aziƫ) |
Datering | 1700 / 1799 |
Objectnaam | Jak |
Materiaal | Linnen, Katoen |
Techniek | Sits |
Standplaats | Fries Museum |
Afmetingen |
Lengte 56.0 cm zoomwijdte 242.0 cm |
Inventariskaart | Inzien? Neem contact op. |
Nadere informatie? | Mail met de standplaats |
Omschrijving
Jak (vrouw) van linnen (katoen) bedrukt. Witte grond, contouren zwart en rood. Motieven 1 wit, 3 rood, 2 blauw, 2 paars, 1 geel, 1 groen, 1 zwart. Groot patroon van verticale om elkaar slingerende banden waarin toeven bloemen zijn gestoken. Hiertussen rijen stijve bloemetjes en insecten. Rapport 37x28, draden per cm 28x31. Jak bijna geheel gevoerd met wit linnen, de voorpanden van de schoot uitgezonderd. De naden liggen bij de voering op (ongeveer) dezelfde plaats als bij de buitenste stof. Het jak bestaat uit lijfje, schoot en mouwen, tussen schoot en lijf is geen naad (aangeknipte schoot). De mouwen zijn aangenaaid. Het jak heeft een voor- en achterpand, de verticale zijnaden zijn zover naar achteren geschoven dat er maar een zeer klein rugpand overblijft; ze lopen vanaf armsgaten naar taille rond. Er zijn aparte schouderstukken, zodat er twee schoudernaden per schouder ontstaan. De hals van het voorpand is diep en rond; van het achterpand driehoekig met afgeronde punt. De opening is midden voor. De zijden die gesloten moeten worden lopen recht naar beneden, de opening loopt van hals tot taille, alleen het lijf wordt gesloten, schoot valt open. De sluiting is d.m.v. haken en ogen (7 stuks) van ijzer. De panden raken elkaar, maar vallen niet over elkaar. Het feitelijke achterpand is zeer klein. De schouder- en zijnaden raken elkaar, achterpand komt niet tot mouwinzet. Midden achter is geen verticale naad. Vanuit de heupen is aan de zijkanten een driehoekige geer, zoomwijdte 44 cm. Midden achter eveneens een driehoekige geer, zoomwijdte 46 cm. Midden achter twee stolplooien. De schoot bestaat uit zeven banen. De mouwen zijn aangenaaid, de mouw is strak en kort, heeft 1 lengtenaad. Boven top van geer midden achter zijn twee lusjes aangenaaid.