Omschrijving
Bijbel in de Statenvertaling uit 1797 met bijgebonden de “Evangelische gezangen” uit 1818 in leren band met schuine ruitdecoratie en goud op snee. De band heeft goudbeslag: acht stukken hoekbeslag en vier stukken slotbeslag met twee boekklampen. Voorts twee schildjes met familiewapens op voor- en achterkant. De beslagstukken zijn met bij elkaar passende spijkertjes met bloemvormige kopjes aan het boek vastgezet. Op de voorkant een schildje met het wapen van Suffridus Westerhuis (1668 - 1731), op de achterkant het wapen van Epeus Wielinga (1702 - 1773), Westerhuis’ neef. Het beslag is ouder dan de bijbel en is voor een andere band gemaakt. Om het goudbeslag voor deze bijbel passend te maken, zijn de klampen gebogen. Het meesterteken van de smid staat op blikken onder de schutbladen. Er is geen jaarletter of stadskeur te vinden.
Documentatie
- Museum Martena : verhalen uit de collectie / Borst, Manon
