Kommetje met gekartelde oren

Omschrijving

Kommetje met gekartelde oren en een gespikkeld glazuur. Dit soort kommetjes werden waarschijnlijk gebruikt voor het serveren van wijn in de voorouderverering in Confucianistische rituelen. In Korea neemt de productie en specialisatie van porselein enorm toe met de oprichting van de Joseon dynastie (1392-1897). Het witte porselein is een luxe product en wordt eerst nog vervaardigd in kleine oplages op verschillende plekken in Korea. Vanaf circa 1460 wordt het gemaakt in de Buwon ovens (Gwangju, Gyeonggi-do provincie) die onder keizerlijke/overheidscontrole staan. Hierdoor is de kwaliteit erg hoog en is het porselein uit deze periode vaak zeer verfijnd. Bij de vestiging van de Joseon dynastie wordt het Neo-Confucianisme verheven tot staatsleer. Binnen deze leer is de kleur wit belangrijk in de uitvoering van de rituelen, het staat voor puurheid en ingetogen elegantie. Het witte, ongedecoreerde, porselein wordt om die reden hoog gewaardeerd door de keizer en de Koreaanse elite en het vertegenwoordigd daarmee de Joseon cultuur. In de loop van de 16de eeuw wordt het porselein ook op andere plaatsen geproduceerd voor de lokale markt. Bijzonder is dat het Koreaanse porselein in tegenstelling tot China en Japan nooit voor de buitenlandse markt is vervaardigd en verhandeld. Ondanks de nabijheid van China heeft de porseleinproductie van Korea een geheel eigen karakter in deze periode. In China is er onder de Yongle keizer (1402-1422) een korte waardering voor wit porselein, maar het blauwwit en later doucai porselein voert de boventoon in de productie van de keizerlijke ovens. Het Koreaanse witte porselein uit deze periode kenmerkt zich door simpele vormen en decoraties. Dit kommetje met verfijnd uitgesneden handvatten is hier een mooi voorbeeld van.