| Mede ter gelegenheid van de tentoonstelling 'Pretty Dutch' in het Princessehof in Leeuwarden heeft de Ottema-Kingma Stichting drie achttiende-eeuwse stukken Nederlands en Duits porselein verworven en aan het museum in bruikleen gegeven.
Het eerste object betreft een opengewerkte mand versierd met een decor van korenbloemen. Deze imitatie van vlechtwerk is vervaardigd in Loosdrecht, 1774-1784. |  |
 | De andere stukken porselein, twee perzikvormige terrientjes, hebben veel met elkaar te maken maar zijn evenwel 700 kilometer van elkaar ontstaan. Het ene terrientje is vervaardigd rond 1745 in het Duitse Meissen. Het porselein is helderwit en beschilderd met bloemen en kleine boeketjes. De dekselknop is uitgevoerd als een opstaand takje met een bloem erop, aan beide zijden uitmondend in bloemetjes en blaadjes.
Het andere terrientje is eveneens achttiende-eeuws en gemaakt in Loosdrecht tussen 1774 en 1784. Het stuk is gemerkt 'M.o.L.' en is dan ook vervaardigd in de Manufactuur Oud Loosdrecht van Ds. Mol. Links het exemplaar uit Meissen, vervaardigd rond 1745 en rechts het exemplaar uit Loosdrecht, vervaardigd tussen 1774 en 1784. |
| De dekselknop is op een vergelijkbare manier uitgevoerd als het exemplaar uit Meissen. Het doosje is rondom beschilderd met insecten. Het meest opvallende element uit de decoratie is de spin in zijn web boven op het deksel. De draden van het web lopen naadloos over in die van het bakje. De spin is zo realistisch weergegeven, inclusief zijn harige pootjes, dat hij levensecht lijkt. Dergelijke decoraties worden ook wel trompe l’oeils – bedriegertjes – genoemd. Het doosje uit Meissen is ruim dertig jaar ouder dan het exemplaar uit Loosdrecht dat in verkleinde vorm vrijwel een exacte kopie is. Het perzikvormige terrientje is het enige bekende exemplaar uit Loosdrecht en mag om die reden en door de uitstekende schildering als een topstuk worden beschouwd.
|  |